Atex verhuuroplossingen van Arentis
Als industrieel verhuurder is Arentis van alle markten thuis wanneer het aankomt op materiaal en machines voor toepassing in onder meer de (petro)chemische sector. Dat betekent dat we ook een uitgebreid aanbod hebben aan ATEX materieel: machines en gereedschappen die specifiek zijn voldoen aan de richtlijnen voor gebruik in omgevingen met explosiegevaar. Denk aan handgereedschap, verlichting, stroomvoorziening, enzovoorts.
Maar wat is ATEX nu precies? En welke producten biedt Arentis voor ATEX toepassing?
Je leest het hieronder.
Maar wat is ATEX nu precies? En welke producten biedt Arentis voor ATEX toepassing?
Je leest het hieronder.
1. Wat is ATEX?
ATEX is de benaming voor de Europese wetgeving gericht op explosieveiligheid. Het woord ATEX is een samentrekking van ‘ATmosphere EXplosible’. Op grond van de Arbowet is de werkgever verplicht een beleid te voeren dat erop gericht is de werknemers te beschermen tegen explosiegevaar, waarbij wordt verwezen naar de Europese richtlijnen.
De eenvoudigste manier om explosieveiligheid te garanderen is vanzelfsprekend door er voor te zorgen dat er geen brandbare stof aanwezig is. Maar wat als de stof echter noodzakelijk en niet vervangbaar is? Of als dit een kernonderdeel is van het bedrijfsproces? In dat geval moeten de omstandigheden in een explosieve atmosfeer worden beheerst.
2. De ATEX richtlijnen
Binnen de EU zijn er 2 ATEX-richtlijnen opgesteld die de EU-landen in hun nationale wetgeving moeten opnemen: ATEX 114 (2014/34/EU) en ATEX 153 (1999/92/EG).
ATEX-114
ATEX 114 is gericht op de certificering van apparatuur die wordt gebruikt in gebieden waar explosiegevaar kan optreden. Bedoeld om de veiligheid te waarborgen en de vrije handel van apparatuur binnen de EU te vergemakkelijken, met specifieke aandacht voor het voorkomen van explosies in industriële omgevingen.
Apparatuur die wordt gebruikt in explosiegevaarlijke omgevingen moet voldoen aan specifieke technische eisen en worden gecertificeerd volgens de ATEX 114-richtlijn. Apparatuur die aan deze richtlijn voldoet, moet worden gemarkeerd met het CE-teken en het ATEX-identificatienummer.
ATEX-153
De ATEX-153 richtlijn is er op gericht om het risico van explosiegevaar in de werkomgeving te beheersen. Volgens deze richtlijn moeten werkgevers moeten de risico's op explosiegevaar in de werkruimte beoordelen en documenteren. De werkplekken worden hierbij in zones opgedeeld op basis van de waarschijnlijkheid van het voorkomen van explosieve atmosferen.
3. Classificatie van ATEX zones
Plaatsen waar mogelijk een explosie kan ontstaan worden gevarenzones genoemd. De Europese richtlijn ATEX 153 geeft aan, dat werkgevers wettelijk verplicht zijn om een ATEX-zonering aan te geven in de gebieden waar explosieve stoffen aanwezig zijn. Die zone classificatie helpt bij het identificeren van het explosierisico in specifieke delen van installaties of fabrieken. Het gebruik van apparatuur in overeenstemming met de ATEX-zoneclassificatie draagt bij aan het minimaliseren van het risico op explosies.
In de verschillende zones mogen alleen apparaten worden toegepast uit een bepaalde categorie. In de zone 0 en zone 20 mogen geen elektromotoren worden toegepast.
Plaatsen waar mogelijk een explosie kan ontstaan worden gevarenzones genoemd. De Europese richtlijn ATEX 153 geeft aan, dat werkgevers wettelijk verplicht zijn om een ATEX-zonering aan te geven in de gebieden waar explosieve stoffen aanwezig zijn. Die zone classificatie helpt bij het identificeren van het explosierisico in specifieke delen van installaties of fabrieken. Het gebruik van apparatuur in overeenstemming met de ATEX-zoneclassificatie draagt bij aan het minimaliseren van het risico op explosies.
- Zone 2/22: Een gebied waar de kans op een explosieve atmosfeer tijdens normaal bedrijf gering is en slechts kortstondig aanwezig.
- Zone 1/21: Een gebied waar de kans op een explosieve atmosfeer tijdens normaal bedrijf aanwezig is.
- Zone 0/20: Een gebied waar een explosieve atmosfeer bestaat of waarschijnlijk constant of langdurig aanwezig is.
In de verschillende zones mogen alleen apparaten worden toegepast uit een bepaalde categorie. In de zone 0 en zone 20 mogen geen elektromotoren worden toegepast.
Gas | Stof | ||
Zone 1 | Zone 2 | Zone 21 | Zone 22 |
II 2G | II 3G | II 2D | II 3D |
Exn(A) | IP55 | ||
Exe | Exe | IP65 | Niet geleide stof |
Exd(e) | Exd(e) | PTC | IP65 |
Exd | Exd | Geleidende stof |
4. Het ATEX typeplaatje uitgelegd
Het toepassen van explosieveilig materieel in een explosiegevaarlijke omgeving kan alleen met materiaal dat op de juiste wijze is gecertificeerd en gemarkeerd. Op het typeplaatje van de ATEX gereedschappen staat dan ook altijd een duidelijke markering met betrekking tot het veiligheidsniveau, zoals hieronder te zien.
Het toepassen van explosieveilig materieel in een explosiegevaarlijke omgeving kan alleen met materiaal dat op de juiste wijze is gecertificeerd en gemarkeerd. Op het typeplaatje van de ATEX gereedschappen staat dan ook altijd een duidelijke markering met betrekking tot het veiligheidsniveau, zoals hieronder te zien.
- Materieelgroepen, stofgroepen en categorieën:
Op dit moment bestaan er 2 materieelgroepen: Materieelgroep I voor alle ondergrondse installaties en Materieelgroep II voor alle overige bovengrondse installaties. Daarnaast is er ook de Stofgroep III
Indeling | Kenmerk | Representatief materiaal |
I | Mijnbouwgas = 210 uJ | Methaan |
IIA | Ontsteekenergie > 200 uJ | Propaan, butaan, kerosine |
IIB | Ontsteekenergie 60 – 200 uJ | Ethylee, zwavelwaterstof, ethylether |
IIC | Ontsteekenergie 20-60 uJ | Waterstof, acetyleen, zwavelkoolstof |
IIIA | Vezels en vlokken > 0,5 mm | Tabak, grof zaagsel |
IIIB | Elektrisch niet geleidend < 0,5 mm | Melkpoeder |
IIIC | Elektrisch geleidend < 0,5 mm | Grafietpoeder |
- Temperatuurklassen en maximale oppervlaktetemperatuur
Wanneer een ontsteekbaar gas of stofwolk in contact komt met een voorwerk met een temperatuur die gelijk is aan, of hoger dan de ontstekingstemperatuur van dit gas of deze stof, dan kan een ontsteking plaatsvinden. Denk aan verwarmingselementen, mechanische aandrijvingen, elektromotoren en gloeilampen.
Gasexplosieveilig materieel word ingedeeld in temperatuurgroepen of “T-klassen”. Het materieel mag dus worden toegepast voor gassen met een ontstekingstemperatuur die hoger is dan de bij die groep behorende temperatuur.
Indelingsprincipe | |
T1 | Ontstekingstemperatuur 450 ◦C |
T2 | Ontstekingstemperatuur 300 ◦C |
T3 | Ontstekingstemperatuur 200 ◦C |
T4 | Ontstekingstemperatuur 135 ◦C |
T5 | Ontstekingstemperatuur 100 ◦C |
T6 | Ontstekingstemperatuur 85 ◦C |
5. Het ATEX assortiment van Arentis
Bent u op zoek naar ATEX-gecertificeerde gereedschappen, machines of accessoires? Dan helpen wij u graag verder! Bij ons kunt u terecht voor:
6. ATEX-advies en hulp
We ontvangen regelmatig vragen van klanten over ATEX-producten, ATEX-zones en toepassingen. Heeft u ook een dergelijke vraag? Neem dan contact met ons op, wij helpen u graag verder!
Contact:
T. +31 (0)115 644 750
E. tools@arentis.com